Ik kan het me nog goed herinneren. Mijn eerste keer.
Dat was in 2011.
Al een aantal maanden liep ik stage bij een kattentrimsalon, waar ik me op allerlei soorten katten en zelfs konijnen kon uitleven. Er waren op de tafel al veel verschillende rassen voorbij gekomen, Perzen, Maine Coons, Noorse Boskatten, Ragdolls, noem maar op.
En ook in grootte verschilden ze. Er waren exemplaren bij van meer dan 10 kilo, maar ook kleine schattige poesjes. Sommige waren lief en vonden alles goed, maar er waren ook boze grommende katers.
Alles had ik wel zo’n beetje onder mijn handen gehad, dus ik dacht “Ik ben klaar voor mijn eigen trimsalon!”. Spannend, want vanaf dat moment zou ik er alleen voor staan en kon ik niet terugvallen op mijn leermeester en wat extra handen.
De eerste klant
Mijn eerste klant liet niet lang op zich wachten. Ja, dat is ook nog maar afwachten. Heb je alles op de rit, komen er geen klanten. Maar gelukkig kwam de eerste klant snel. Ook door de hulp van mijn dierenarts, die liever geen katten onnodig onder narcose brengt om te scheren.
Het was een prachtige Heilige Birmaan, wauw! Je kent ze wel, met die mooie blauwe ogen die je betoveren waar je bij staat. Ik was onder de indruk van dit mooie beestje.
Het baasje vertelde dat de kat een paar flinke klitten had en verder even een goede kambeurt nodig had. Ze wilde ook nog graag dat hij gewassen werd.
Het baasje woonde in de buurt, dus die ging lekker naar huis. Gelukkig, want de eerste keer is toch wel spannend. En helemaal als er iemand, ja niet zomaar iemand, maar het baasje zelf, de hele tijd op je vingers zit te kijken.
Voorbeeldige kat
De reismand stond op de trimtafel. Het was een reismand zonder deksel, wat echt niet handig is. Koop dus altijd een reismand waar de bovenkant vanaf kan.
Voorbeeld reismandjes waarvan de bovenkant open kan:
Gelukkig kwam de kat zelf uit het mandje gelopen en zat rustig op de tafel.
Ik voelde klitten in de oksels en de liezen en een paar in de hals. Hij was gelukkig niet bang voor het scheerapparaat en ik kon snel de klitten er uit scheren en de rest van de vacht nalopen. Alles ging goed, de beauty zat me de hele tijd lief aan te kijken met een blik van “mooi ben ik hè?”. Rustig zat hij op de tafel en ondernam geen enkele poging om er vanaf te springen en te vluchten.
Toen was het tijd voor de wasbeurt. De kat ging de wasbak in, werd nat gemaakt, met de speciale kattenshampoo ingezeept en alles werd weer uitgespoeld. Het hele wasritueel onderging hij gedwee.
Beginnersfoutje
Ik werd al helemaal trots op mezelf, “Zie je wel, je maakt je druk om niks, alles gaat gewoon volgens plan”.
Zelfverzekerd haalde ik de kat uit de wasbak, zette hem op een handdoek en drapeerde een andere vochtabsorberende handdoek om hem heen om de eerste nattigheid in op te nemen en hem tevens warm te houden. Rustig liet hij alles gebeuren.
Maar toen had ik een nieuwe droge handdoek nodig. Tja, de schone handdoeken lagen niet in de buurt, die lagen zelfs in een andere ruimte. Beginnersfoutje.
De kat zou ik dan normaal gesproken even terug in zijn reismand zetten of in de bench, maar ik dacht “Nou, dit is zo’n voorbeeldige kat, ik kan hem best wel even vijf seconden alleen laten”.
Niet dus! Tweede beginnersfoutje.
Toen ik terug kwam zat de kat niet meer lief op de tafel. Ik keek om me heen, maar de kat was weg, echt weg. Ik overal zoeken, echt overal. En niet te vinden. Hoe kan dat nou? Zo groot is het hier nu ook weer niet. Hij zal toch niet…. Snel de ramen checken. Nee die zijn gewoon dicht. Natuurlijk, die zijn altijd dicht. Maar je kunt niet meer helder nadenken.
Help!
Grote paniek!
Mijn eerste klant en direct gaat het mis.
Wat moet ik nu zeggen als ik straks het baasje ga bellen: “Je kat ziet er weer prima uit, maar ik ben hem helaas kwijtgeraakt?”. Het zal toch niet gebeuren?
Pas na dik 5 minuten vond ik hem, verstopt in zijn eigen reismandje dat nota bene de hele tijd vlak bij me stond. En hij keek me aan met die grote blauwe ogen alsof hij wilde zeggen, “Leuk spelletje hè, mag ik nu naar huis?”.
Delen:
In één woord “GEWELDIG!” Ik lag dubbel van de lach.
Terug in de tijd: ik heb samen met mijn toenmalige vriendin net twee katten gekocht. Een Pers en een Brits korthaar. Ze zijn beide iets van 4 maanden oud, dus nog niet volwassen. Alles gaat goed tussen die twee.
Na een paar dagen er continu bij te zijn besluiten we eindelijk een middagje boodschappen te doen. Als we na een het winkelen thuiskomen kunnen we de katten nergens meer vinden. De ramen zitten potdicht. Zouden ze langs ons heen geglipt zijn? Nee, onmogelijk. Maar wat nu?
We wonen in een kleine flat en doorzoeken alle hoeken en gaten. Rammelen met etensbakjes en roepen hun namen. Geen effect. Boven op de kledingkast in de slaapkamer staat de naaimachine in bijbehorende koffer. Die koffer staat dicht op de muur. Daar kunnen de katten onmogelijk zitten…. Of toch maar even kijken?
En jawel! Dicht op elkaar gekropen bibberend van angst zaten die twee… Nooit geweten dat katten zich zo klein kunnen maken als ze bang zijn. En daarnaast, om op die kast te komen moet een hele toer geweest voor ze zijn. Wat waren ze blij dat we er waren.. Zeg nooit dat een kat niets om zijn baasje geeft want ik weet wel beter.